www.boswachtersblog.nl/ BuitenPlaatsen

Fort + Burcht

3 juni 2013 Kunsthistoricus Marcel van Ool in BuitenPlaatsen

Fort RijnauwenHet Fort bij Rijnauwen is een ongelofelijke plek. Officieel hoort het bij de gemeente Bunnik, maar voor je gevoel is het ’t buitengebied van de stad Utrecht. Je kunt het fort niet zomaar betreden, er staat een hek omheen. Dat is al heel lang zo, vroeger was het immers van het Ministerie van Defensie en dus verboden voor ‘burgers’. De natuur vond wel haar weg naar het fort, zwemmend, vliegend of met de wind meewaaiend over de brede gracht die het terrein omgeeft. Er komen steen- en boommarters voor en ijsvogels, verschillende soorten vleermuizen en reeën.
Wat ik altijd maar de binnenplaats noem, maar wat in militair jargon het terreplein heet, is een botanisch paradijs. Het bestaat voor een groot deel uit bijzonder bloemrijk grasland. Doordat er vele tientallen jaren een beheer heeft plaatsgevonden van ‘maaien en afvoeren’ is de bodem er schraal en dat is precies waar tal van zeldzame planten van houden.

En dan heb ik het nog niet eens gehad over de waarde van het fort als gebouwd monument. Het is het grootste fort uit de Nieuwe Hollandse Waterlinie en moest samen met zijn kleine broertje Fort Vechten, aan de overkant van de Kromme Rijn, een bijzonder kwetsbare plek in de verdediging van de stad Utrecht veiligstellen.
Het idee achter de Waterlinie was dat je gebieden onder water zet (inundeert). Dat moest nauwkeurig gebeuren: hoog genoeg om gebieden voor cavalerie en voetvolk onbegaanbaar te maken maar tegelijkertijd te ondiep voor vaartuigen. Bij een rivier, zoals de Kromme Rijn, werkt dat dus niet. Bovendien liepen er door het gebied aan de zuidoostkant van de stad, de zogenoemde Houtensche Vlakte, verhoogde wegen en twee spoortaluds. Vanuit de beide forten moest bij deze zwakke plek (acces) de vijand met artillerie gestopt worden.
In 1871 was het fort klaar. Dacht men. Maar al snel bleek dat door voortdurende verbetering van oorlogsmaterieel (zoals geschut en granaten) het fort niet voldeed. Er volgde een tweede bouwperiode waarin tal van bomvrije ruimtes werden toegevoegd aan het fort. Bij oplevering in 1885 had de staat in totaal 1.283.580 gulden uitgegeven aan een complex dat toen al niet meer bestand zou zijn geweest tegen een aanval met de nieuwste wapens, zoals de brisantgranaat.

Dat het fort er nog is, mag een klein wonder heten. In 1977 had de Universiteit van Utrecht zijn zinnen gezet op de gebouwen. Er moest een sterrenwacht komen. Het plan zorgde voor zoveel trammelant dat minister-president Den Uyl een bijeenkomst op het fort belegde met vertegenwoordigers van zes (!) ministeries en belanghebbende natuur- en cultuurbeschermers. Het verhaal gaat dat de steggelaars tijdens de rondleiding op het fort plotseling oog in oog kwamen met de reeën die zich op het terreplein ophielden. Dat zou de doorslag hebben gegeven om het fort tot rijksmonument te maken en het uiteindelijk over te dragen aan Staatsbosbeheer…

[youtube http://www.youtube.com/watch?v=1zcf9qn5erQ?rel=0&w=420&h=315]En nu heeft het fort nieuwe bewoners! Er is een dassenburcht waarin jongen geboren zijn. Een cameraval legde ze vorige week vast. Vermoedelijk zijn vader en moeder das enkele winters geleden de bevroren fortgracht overgestoken en vonden ze het een fijne plek. Dassendeskundigen denken dat de dieren van de Heuvelrug komen, het wildviaduct bij Zeist hebben genomen en het landgoed Oostbroek (te nat) zijn doorgetrokken. Het Kromme Rijn gebied is goed voor ze, in de rijke grond zitten lekker veel wurmen en zo.
Wie wil kan het fort onder leiding bezoeken (aanrader). Het is beperkt opengesteld, dit jaar voor bijvoorbeeld de opera Blauwbaard en de tentoonstelling Geheugen in Steen. Iedere ‘burger’ begrijpt toch wel dat Staatsbosbeheer er een beetje de hand aan houdt?!

reageren

geef een reactie

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog