Mystiek in Den Bosch
Het vorige week heropende Noord Brabantsmuseum en Stedelijk Museum in Den Bosch (samen het Museumkwartier genoemd) zijn een ruimtelijk feestje. Bierman Henket Architecten die de verbouwing en uitbreiding leidden, hebben zich dienstbaar opgesteld; dienstbaar aan de kunst, de bestaande gebouwen van het museumcomplex én aan de stad. Het is allemaal prachtig verbonden en ingebed.
In wat toch wel meteen een van de mooiste kunstzalen van Nederland is en waar het daglicht binnenstroomt door een zaagtanddak is nu een flink deel van de tentoonstelling The Moonlight Garden, 30 jaar Marc Mulders, ondergebracht.
Nu heeft Mulders (Tilburg 1958) eerder grote overzichtstentoonstellingen gehad. Die heb ik allemaal gemist. Wel interessant om teksten uit de tijd van de tentoonstelling in 1999 in De Pont te lezen. Ook toen al werd geschreven wat je nu weer leest: eerst maakte Mulders vooral donker werk met veel verstervend wild en andere dode dieren. Later werd zijn kunst steeds lichter met bijvoorbeeld heel veel bloemen. En in zijn hele oeuvre speelt Christelijke (en ook wel Joodse) symboliek een rol. Alhoewel ‘uitgeschreven’ is katholieke mystiek nooit ver weg bij de kunstenaar.
Mulders ontwerpt glas-in-loodramen, tapijten en nog veel meer maar is bovenal schilder. Een cliché als ‘het gevecht met de verf’ lijkt helemaal van toepassing op zijn schilderijen. Er wordt haast gebeeldhouwd met verf, zó dik en reliëfrijk ligt ze op het doek.
[youtube http://www.youtube.com/watch?v=GLCAmfqvqBQ&w=560&h=315]
Afgelopen zaterdag las ik in de krant dat Mulders nauwelijks bij kunstlicht schildert. Hij zet gewoon de deuren van zijn monumentale schuuratelier open en het beste licht is er. Net als een uitzicht op de bloemrijke akkers die zijn boerderij omgeven. Sinds 2010 schildert hij ook akker(on)kruiden, meestal in pastel en veel wit. Ze hangen nu in die mooie ruimte in Den Bosch, aangevuld met ander werk als bijvoorbeeld Le Jardin d’eau, waarmee Mulders verwijst naar Monets schilderijen van zijn tuin in Giverny.
Maar ik kan er niet door geraakt worden. Dat ligt niet aan al dat schelproze, poederblauw en botergeel of aan een religieuze gelaagdheid. (Een fan van Tiepolo heeft dáár geen last van). Het is alsof al die werken niet meer dan verf willen worden. Mooie verf dat wel.
‘Vieringen van de schepping’ noemde Mulders ooit zijn geschilderde planten en dieren. Het moet inderdaad een feest zijn als je jouw verbondenheid met de natuur en met een schepper kunt uitdrukken.
Ik kan niet schilderen, en over mijn teksten maak ik me ook geen illusies. Maar dat ten diepste mét de natuur zijn, ja dat ken ik. Het was er bij de majestueuze beuk in de paleistuin van het Noord Brabantsmuseum.
geef een reactie