www.boswachtersblog.nl/ BuitenPlaatsen

Jac. P. is een held

18 april 2013 Kunsthistoricus Marcel van Ool in BuitenPlaatsen

Zonder overdrijving kun je zeggen dat er niemand zo belangrijk is geweest voor de Nederlandse natuurbescherming als Jac. P. Thijsse (1865-1945). Hij nam het initiatief tot het oprichten van de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten (1905), enthousiasmeerde een hele generatie voor de natuurstudie en bracht met zijn Verkade-albums de natuur in het hart van de mensen.

Nu ligt er een geweldig boek met een bloemlezing van zijn brieven. Thijsse schreef met iedereen: scholieren en studenten, politici en bestuurders en natuurlijk vrienden en familie. Ook werd er druk gecorrespondeerd over de kopij voor de Levende Natuur, het tijdschrift dat Thijsse mede oprichtte. In onze digitale tijd met scans en ‘yousendit’ en zo, is het haast niet voor te stellen maar mensen stuurden dus echt krijttekeningen op naar Thijsse. Dan dwarrelde het pigment al van het papier als je er alleen maar naar keek, en daar moest dan een photo van gemaakt worden…

Wat verder vooral opvalt is hoeveel er niet veranderd is sinds de tijd van Thijsse: het noodzakelijke lobbyen bij provincies, het populariseren van de natuurbeleving, ook voor kinderen (en hen ondertussen ‘het ravotten niet belemmeren’), het afschieten van ‘plaagdieren’, de vaak moeilijke verstandhouding met de landbouwsector en in het geval van Thijsse ook met ‘ontginners’ die van economisch nutteloze gronden productieve gebieden moesten maken. (Dat laatste gebeurde in de jaren dertig  overigens vaak in werkverschaffingsprojecten, uitgevoerd door Staatsbosbeheer).

thijsse2Maar bovenal geeft het boek ons inzicht in het wereldbeeld van Thijsse. In 1935 schrijft hij aan Arnold Verkade (directeur van de fabrieken met zijn achternaam) zijn visie op natuurbescherming. Thijsse hoopte over dat onderwerp nog een album te maken en hij brieft Verkade over hoe hij dat voor zich ziet. Het album is er helaas nooit gekomen maar nu weten we dus wel wat Thijsse voor ogen had: “Heel discreet wensch ik dan telkens in te vlechten hoe dat schoons [de natuurlijk gegroeide landschappen] noodig of onnoodig wordt geschonden. Voor het ‘noodige’ vinden we verzoening in nieuw schoon, dat ontstaat (voorbeeld de stuwwerken bij Roermond) en welvaartseischen die noodzakelijk moeten worden vervuld. Ik wil de mensch niet tegenover de natuur plaatsen maar hem blijven beschouwen als het hoogste natuurproduct dat ook recht heeft op zijn plaats. Maar hij mag niet de zaak voor zichzelf bederven.”

Het idee dat je niet blind mag zijn voor de eisen van de tijd komt voortdurend terug bij Thijsse. Hij zocht naar oplossingen om natuur te beschermen zonder de vaart der volkeren te belemmeren. De titel van de bloemlezing is dan ook niet voor niets ‘Wanhoop nooit aan vooruitgang’. Wat niet wegneemt dat hij fel kan zijn als hij vindt dat afwegingen niet juist gemaakt worden, en vooruitgang alleen economisch gewin betekent. Hij spreekt van ‘wandaden’ als hij het heeft over de ideeën om van het Geuldal een waterbekken voor electriciteitsopwekking te maken.

Als je het boek leest, doemt er constant één vraag op: wat zou Thijsse vinden van wat er nu gebeurt? Hoe zou hij tegen de Oostvaardersplassen aankijken? En tegen de grondverkoop door Staatsbosbeheer? En wat te denken van de afname van het aantal soorten planten en dieren dat in ons land voorkomt? Maar dan wel weer de komst van de wolf?

Jac. P. Thijsse heeft zich zelden uitgelaten over de religieuze en mystieke aspecten van natuurbeleving, terwijl dat zeker in kunstenaarskringen al lange tijd wel bon ton was. In een brief aan Hans Warren uit 1944 krijgen we er toch een glimp van te zien: “De natuurbeschouwing heeft de schoonheid als bijzaak, maar bovenal gaat het diep besef van eeuwigheid en levensmysterie. Soms lukt het ons daarvan iets tot uitdrukking te brengen en overeenstemming te ontwaren bij onze vrienden en vriendinnen.”

Wanhoop nooit aan vooruitgang, brieven van Jac. P. Thijsse bezorgd door Marga Coesèl. Uitgeverij Boom, Amsterdam.

 

reageren

geef een reactie

  • ‘Ik zag een tuin onbetreden’ | BuitenPlaatsen
    3 juni 2015 om 10:55

    […] het kleine gewemel van insecten en vogeltjes. Haar held, en een inspiratie voor het leven, werd Jac.P. Thijsse. Die twee hebben wel wat gemeen, ook Marjolein móet haar liefde voor de natuur delen. En beiden […]

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog