Terug naar Elswout
In een ideale wereld zou mijn werkdag voor een derde bestaan uit onderzoek, een derde uit schrijfwerk en een derde van mijn tijd zou ik buiten, ‘in het veld’ doorbrengen. Het is vooral het zelf onderzoek doen dat er veelal bij inschiet. Dit jaar bracht ik maar twee dagdelen door in een archief. In de praktijk moet ik vaak afgaan op bronnenonderzoek van anderen.
Zo stond er een artikel in het laatste bulletin van de KNOB (Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond) over Elswout waar een jaloersmakende hoeveelheid onderzoekstijd aan besteed is. Auteur Inger Groeneveld dook in de archieven om een aantal vragen over de vroegste aanleg van Elswout te onderzoeken. Het blijft verbazingwekkend, maar over heel veel grote huizen is nog lang niet alles uitgezocht. Zo is soms de architect niet eens met zekerheid bekend of zijn er dubieuze toeschrijvingen.
Elswout, gesticht door Carl du Moulin in de jaren dertig van de zeventiende eeuw, wordt al decennialang toegeschreven aan de beroemde Jacob van Campen. Groeneveld nu maakt in haar onderzoek (naast heel veel andere zaken) aannemelijk dat ook die andere sterarchitect, Pieter Post, mogelijk als assistent van Van Campen, betrokken was bij de bouw.
Vorige week was ik op Elswout en kon na jaren weer eens het Grote Huis van binnen bekijken. Dat huis is laat negentiende eeuws maar gebouwd op de fundamenten van het zeventiende eeuwse Elswout. Ook sommige dragende delen van de bel-etage zijn oud. Dat is dan toch een moment: je kijkt zo vier eeuwen terug op de plekken waar de oorspronkelijke muren nog staan.
Het Grote Huis is niet meer zoals Kester Freriks het in zijn roman De bruid van Elswout beschreef: “Luisterde je scherp, dan hoorde je de muren kraken en het metselwerk verbrokkelen. Millimeter voor millimeter zakte het dakgebinte door. Knaagdieren slepen hun tanden aan de balken. Grondwater vrat aan de bakstenen fundamenten. Schimmel woekerde over de muren. Ratten, muizen, een legioen kruipers en gravers, duizend- en miljoenpoten, houtetende boktorren en klopkevers, het beruchte klopkevertje dat meubels aantast, dat vreet aan dakbedekkingen, planken, trappen en vloeren…”
Het gothic horrorhuis is veranderd in een makelaarsdroom. Dat is een enorme klus geweest. Het huis is namelijk nooit afgebouwd, alleen het casco is in de jaren tachtig van de negentiende eeuw gerealiseerd. Bij het overlijden van de opdrachtgever, Willem Borski III, besloot de erfgename het huis niet te bewonen en de bouw werd gestaakt. Het interieur bestond tot voor kort uit kale muren en wat betonnen tussenschotten die de Duitsers er tijdens de bezetting in aangebracht hadden. Al die tijd lagen de tekeningen van architect Muysken voor het beoogde decoratieprogramma van Elswout, in het poortgebouw. Een familie muizen was gezellig tussen de papieren gaan wonen…
Luigi Prins, die het Grote Huis in erfpacht heeft, besloot op basis van de tekeningen en stalen die bij erfgenamen van de laatste eigenaren zijn teruggevonden, het interieur alsnog te realiseren. Hij verscheepte inlands eiken om massieve deuren en de bijbehorende bovenstukken in China te laten beeldhouwen. Ook uit China komen de zuilen die de centrale open ruimte omlijsten.
Het is nog niet helemaal af en er zijn nog maar weinig mensen binnen geweest. Maar er zal binnenkort vast een discussie losbarsten over dit karwei van Prins. Heeft hij Elswout na meer dan honderd jaar eindelijk afgebouwd? Of heeft hij er een geschiedvervalsende reconstructie van gemaakt?
Wat ik zelf nu bijzonder spannend vind – en had ik maar meer onderzoekstijd! – is de enorme hoeveelheid beelden die ooit Elswout sierden. In de zeventiende eeuw stonden er heel wat in de tuin, en in de achttiende eeuw had Elswout een verdiepte achterhof met een monumentale fontein met veel beeldwerk eromheen. Verkocht? Omgesmolten en geëindigd als kogel of kanon? Zou er iets terug te vinden zijn in veilingcatalogi?
geef een reactie
Het ene Elswout is het andere niet | BuitenPlaatsen
[…] niet zo lang geleden meldde ik, met enige afgunst, hoeveel voorbeeldig onderzoek, door Inger Groeneveld, gedaan was naar de bouwhistorie van Elswout, de buitenplaats in Overveen. […]