www.boswachtersblog.nl/ BuitenPlaatsen

De stad is het nieuwe land

17 juli 2012 Kunsthistoricus Marcel van Ool in BuitenPlaatsen

Een paar jaar geleden was het er ineens, een nieuw buzzword: urban beekeeping. Het begon met de berichtgeving over Jean Paucton die op het dak van de Parijse Opéra Garnier vijf bijenkorven houdt.
Niet alleen de foto’s zijn sensationeel (en een tikje surrealistisch) ook de bedrijfsresultaten van de stadsbijen zijn opzienbarend. Ze steken bijzonder positief af ten opzichte van die van hun plattelandcollega’s. Paucton, die ook bijen in La Creuse houdt, meldde dat de honingproductie in de stad vijf tot tien keer hoger ligt en dat de urban honey vrij is van lood en dioxine.
Oorzaken zijn er legio. Net als in Nederland is de grootschalige, op slechts enkele soorten gerichte landbouw funest gebleken voor heel veel planten (en daarmee voor bijen en andere insecten en daarmee voor vogels, egels en marterachtigen en daarmee…). Het kan in de krant als je nog eens een korenbloem aantreft op een akker. En in het gemiddelde weiland vindt een bij ook niks van zijn gading.
In de stad daarentegen neemt de soortenrijkdom alleen maar toe. Naast gemeentegroen komen er steeds meer geveltuinen, volkstuinen, groene daken enzovoorts. Het hele jaar door is er voor de bijen in de stad een enorme diversiteit aan planten beschikbaar, meestal onbespoten. Dat geeft trouwens te denken, dat bestrijdingsmiddelen die in de landbouw worden gebruikt, door veel gemeenten verboden zijn in de bebouwde kom.
Urban beekeeping vindt in veel Europese steden plaats. In Amsterdam huizen alleen al zo’n honderd bijenvolken in het bijenpark in Osdorp en, in directe navolging van Parijs: vanaf het dak van de Stadsschouwburg zwermen 20.000 bijen uit over de stad.

Maar er is meer goed stadsnieuws. Kim Vermonden, onderzoeker bij het Institute for Water and Wetland Research van de Radboud Universiteit Nijmegen, ontdekte dat het aantal diersoorten dat in het water van nieuwbouwwijken in Nijmegen en Arnhem voorkomt, niet verschilt van dat in het buitengebied.

Amsterdam kent al sinds 1996 de watertuinen. Dat zijn vlotten van gaas die in de grachten liggen en waar allerlei planten op en in groeien. Vogels komen er broeden en vissen zetten hun eitjes af aan de wortels die in het water hangen. De driehoeksmossel, die zich onder de vlotten prima thuisvoelt, zou met zijn filterend vermogen zelfs een bijdrage aan schoner grachtenwater leveren. En dat het stadswater steeds fijner wordt voor allerlei vissen beaamt stadsecoloog Martin Melchers; ”Toen ik jong was zat er ook al snoekbaars in de grachten. Die was niet te vreten. Maar als je nu een snoekbaars vangt in de Singel is dat haute cuisine, heerlijk!”

[youtube http://www.youtube.com/watch?v=Drm5D9NZBqY?rel=0]Echt landelijk wordt het als kunstenaars Elles Kiers en Sjef Meijman langskomen met hun Varkenshuis. Van Groningen tot Rotterdam toveren ze bijvoorbeeld lapjes braakliggende grond om in varkensweides en bouwen ze verblijven voor de beesten. Buurtbewoners dragen zelf zorg voor de varkens. En het is ook de bedoeling dat de varkens geslacht, verwerkt en gegeten worden.
Nu werken Kiers en Meijman met compleet knuffelbare varkens van het ras Bonte Bentheimer, dus het doden van de dieren zal nogal eens op verzet stuiten. Maar daarmee leggen ze de vinger precies op de zere plek. Hoe wij alleen vlees willen eten als ons daarbij de gedachte aan een ooit levend dier bespaard blijft. Voor wie niet gehinderd wordt door deze hypocrisie zijn er prachtige foto’s te zien op de site van Elles Kiers.

Daken zijn helemaal hip. In 2011 startte in Haarlem dakboerin Annelies Kuiper met het promoten van het verbouwen van groenten op (eigen) dak. Aanleiding voor haar was de schokkende ontdekking dat groenten in de supermarkt wel erg veel reiskilometers achter de rug hebben, sperziebonen uit Egypte, tomaten uit Spanje.
Ik zou zeggen, waarom geen warmoezerij op de kantoordaken van de Zuidas?

Nog zo iets moois (dat de niksigheid van Occupy snel doet vergeten): Roofgarden Arnhem. Het dak van de parkeergarage aan de Langstraat is nog tot en met zaterdag getransformeerd in een chill lustoord. Het initiatief kwam van As We Speak, dat naar eigen zeggen bestaat uit ‘jonge lokale insiders’ die ‘normaal’ een online magazine over ‘vooruitgang in Arnhem’ runnen.

Ze hebben enorm veel partijen enthousiast gemaakt, bijvoorbeeld om sloopmateriaal te leveren dat zij weer recyclen of planten beschikbaar te stellen of een bijenkast te timmeren.
Het woord duurzaam is sterk onderhevig aan inflatie, eigenlijk wil niemand het meer horen. Maar Roofgarden bewijst dat je het woord helemaal niet hoeft te gebruiken als je het bent.

reageren

geef een reactie

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog