www.boswachtersblog.nl/ Biesbosch

Noordwaard: klimaatrobuuste deltanatuur

4 februari 2022 Boswachter Harm Blom in Biesbosch

Deze keer een lang blog over de Noordwaard. Het verhaal is overgenomen van het artikel op de website van Staatsbosbeheer.

Pal naast een van de belangrijkste deltanatuurgebieden van West-Europa, de Biesbosch, kreeg Staatsbosbeheer onlangs nóg eens honderden hectares deltanatuur in beheer: overstroomgebied de Noordwaard. Waterveiligheid en natuurwaarde gaan er hand in hand.

Droge voeten

In Noord-Brabant, precies tussen de rivier de Nieuwe Merwede en het Nationaal Park de Biesbosch in, ligt de Noordwaard. Het is een sinds 2015 ontpolderde polder, die nu dient als overstroomgebied. Op die manier helpt de Noordwaard om droge voeten te houden in de regio rondom Gorinchem en Dordrecht – nu én in de toekomst, als rivieren door het veranderende klimaat vaker extreme hoeveelheden regen te verwerken krijgen en de zeespiegel stijgt. De inrichting als overstroomgebied houdt in dat in de Noordwaard alleen nog huizen en boerderijen staan op de hoger gelegen delen. Daarnaast is op een aantal plekken de winterdijk verlaagd. Daardoor kan het rivierwater nu probleemloos de Noordwaard in stromen zodra het waterpeil in de Nieuwe Merwede hoger komt dan twee meter boven NAP. Het water heeft er vrij spel om dwars door de Noordwaard verder de Biesbosch in te stromen, en via het Hollands Diep uiteindelijk te worden afgevoerd naar zee. Met merkbaar effect op de waterstanden in de rivier: die zakken hierdoor zo’n 30 centimeter. Anders dan een waterbuffer of rententiebekken vergroot zo’n doorstroomgebied dus echt de afvoercapaciteit van de rivier. Vergelijk het maar met een spitsstrook op een drukke snelweg.

Storm als startpunt

Rivierwater stroomt niet ‘zomaar’ de Noordwaard in; daar is een combinatie van factoren voor nodig. In februari 2020 was het zo ver, door de optelsom van een hoge rivierstand, springtij én westerstorm Ciara. Boswachter Thomas van der Es: “Zo’n overstroming is fantastisch voor de deltanatuur: het rivierwater spoelt overtollige voedingsstoffen weg, neemt nieuwe plantzaden mee en regelt dat dat meegevoerde bodemdeeltjes – meest kalkrijk zand – op een natuurlijke manier hun plek in het systeem krijgen. Dat zijn dé processen voor deltanatuur. Hoe hard je ook je best doet als natuurbeheerder, geen mensenhand kan hetzelfde resultaat bewerkstelligen.”

Samen sterker

De herinrichting van de Noordwaard maakte deel uit van het rijksprogramma ‘Ruimte voor de Rivier’. Dat draaide om waterveiligheid, maar had als bijkomend voordeel dat ook veel nieuwe natuurmogelijkheden ontstonden. Ook in de Noordwaard is dat het geval, met het geluk dat er amper een betere plek denkbaar is om én de rivier én de natuur meer ruimte te geven. De Noordwaard ligt namelijk pal naast de Biesbosch, een van de belangrijkste deltanatuurgebieden van West-Europa.
Begin 2022 spraken Rijkswaterstaat en Staatsbosbeheer af om het beheer van de Noordwaard samen aan te pakken, in ieder geval voor de komende tien jaar. Rijkswaterstaat doet het technisch beheer, terwijl Staatsbosbeheer het natuur- en vegetatiebeheer regelt. Boswachter Thomas is ontzettend blij, want er is in 2015 ruim 1500 hectare doorstroomgebied bijgekomen en dat mogen wij nu gaan beheren. “Deze uitbreiding is heel bijzonder, zeker in zo’n dichtbevolkte regio: tussen Gorinchem tot Dordrecht wonen bijna een half miljoen mensen. Het is fantastisch dat juist hier ruimte is gevonden voor grootschalig natuurherstel, op een schaal die ertoe doet”, vindt hij. Beheer van zo’n doorstroomgebied stelt wel bijzondere eisen. Zo moet de Noordwaard een vrij open gebied blijven, zodat het wegstromende water niet wordt geremd door begroeiing. Normaal gesproken treedt in natte gebieden een zekere verlanding op, als de begroeiing steeds dichter wordt – denk bijvoorbeeld aan de rietgorzen en wilgenvloedbossen in de Biesbosch. Hier krijgt de plantengroei die kans níet. “We geven het gebied elk jaar een reset”, legt Thomas uit. Dat gebeurt deels via de grote grazers die in het gebied lopen: konikpaarden, Schotse hooglanders en waterbuffels. Aanvullend wordt de begroeiing ook machinaal in toom gehouden, bijvoorbeeld door lokale boeren die er kruidenrijk natuurhooi van persen. “Maar gewasopbrengst is niet het hoofddoel”, verheldert Thomas. “De water- en natuurdoelen gaan voor. De Noordwaard moet tot in lengte der dagen ‘het landschap der pioniers’ blijven: een afwisseling van water en kwelplaten, zoals het er ook uitzag toen het gebied vroeger ontstond.”

Thomas: “Het is fantastisch dat juist hier ruimte is gevonden voor grootschalig natuurherstel, op een schaal die ertoe doet”.

Grutto-pleisterplaats

Dat pionierslandschap is de laatste decennia nogal zeldzaam geworden in West-Europa. “Maar geef dit landschapstype weer de ruimte en dan keren allerlei typerende plant- en diersoorten razendsnel weer terug”, is Thomas’ ervaring. Zo is de Noordwaard in z’n nog jonge bestaan als doorstroomgebied al vlot een belangrijke pleisterplaats geworden voor grote groepen grutto’s, Nederlands nationale vogel die in schrikbarend tempo achteruitgaat. “In het voorjaar zijn hier soms wel drieduizend grutto’s tegelijkertijd. Ze doen dit gebied aan om op te vetten nadat ze de lange terugtocht hebben gemaakt vanuit hun overwinteringsplek in Portugal. Dankzij de grote, slikkige platen die tweemaal daags droogvallen is hier een overvloed aan voedsel voor ze te vinden”, vertelt de boswachter.

Getijdendynamiek

Die droogvallende platen tonen dat de Noordwaard getijdenwerking kent, die valt te verklaren door de open verbinding met de Brabantse Biesbosch. Het zorgt voor een getijdenverschil van zo’n 30 centimeter, wat sterk bijdraagt aan het bijzondere karakter van de Noordwaard. “Het getij voert bijvoorbeeld bodemdeeltjes en plantenzaden aan die her en der weer worden afgezet”, vertelt Thomas. “Daarnaast zorgen de wisselende waterstanden ervoor dat in het voorjaar geultjes en slenken toegankelijk worden voor paaiende (trek)vissen.” Volgens de boswachter hebben zeeprik en houting de weg al gevonden naar de Noordwaard; hij hoopt dat dat binnenkort ook weer geldt voor elft en fint.

Visarenden en lepelaars

Boswachter Thomas benadrukt dat overstromingsvlaktes langs grote hoofdwatergangen voor heel veel soorten heel erg belangrijk zijn. Daarnaast bewijst de Noordwaard dat ze ook een lust voor het oog zijn, met bijvoorbeeld de jagende visarenden en fouragerende lepelaars die er regelmatig te zien zijn. Ook bijzondere planten ontbreken er niet, wijst hij. “De driekantige bies is elders een zeldzame soort, maar in de Noordwaard bloeit de plant op grote aaneengesloten vlaktes – dat is echt bijzonder. Ook slijkgroen en andere zeldzame planten gedijen hier bijzonder goed.”

Visarenden hebben de Noordwaard al snel ontdekt als ideaal leefgebied. foto: Niels Andeweg

Recreatie

Voor natuurrecreanten is het eveneens goed nieuws is dat Staatsbosbeheer de Noordwaard nu in beheer heeft, vindt de boswachter. “Iedereen weet dat de recreatiedruk op de natuur een groeiende zorg is. Ook in de Biesbosch werd het de afgelopen twee jaar soms wel heel erg druk met bezoekers. De Noordwaard is een mooie aanvulling: een fijn gebied voor fietsers, groot genoeg om er lekker te kunnen struinen zonder steeds op mede-natuurliefhebbers te stuiten.”

Op de deur trommelen

Maar de grootste kick van de nieuwe Noordwaard-natuur ontleent Thomas toch wel aan de revival van de akker- en weidevogels, waarmee het elders in Nederland zo slecht gaat. “Nu in de Noordwaard al een tijdje geen intensieve landbouw meer plaatsvindt, staan soorten zoals veldleeuwerik, wulp, kwartel en tureluur op de deur te trommelen om hier weer broedvogel te worden. Dat geldt zélfs voor de kemphaan en de watersnip, terwijl we die een paar jaar geleden hier als uitgestorven beschouwden. Dat vind ik heel inspiratievol aan dit gebied: om te zien wat de natuur weer kan herstellen.”

Bron: https://www.staatsbosbeheer.nl/natuurverhalen/noordwaard

 

reageren

geef een reactie

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog