De zeearenden hebben kroost!
In De Biesbosch broeden sinds 2012 zeearenden. De vogels zijn daar niet uitgezet, maar hebben zich spontaan in het waterrijke natuurgebied gevestigd. Als klap op de vuurpijl kwam er aan de Dordtse kant nog een broedpaar bij. Het nest van de Dordtse zeearenden ligt goed verscholen, maar het nest van het Brabantse koppel is vanaf grote afstand goed te zien.
Donsjongen
Theo Oudshoorn ligt regelmatig met zijn boot in De Biesbosch en ziet de arenden regelmatig af en aan vliegen. “Aanvoer van prooi zie ik dan ook, maar omdat zij die doorgaans al behoorlijk hebben gesloopt, zijn ze niet of nauwelijks meer herkenbaar. Die vogels vinden in De Biesbosch genoeg van hun gading en wat mij betreft pakken ze zoveel mogelijk grauwe ganzen en nijlganzen” lacht hij uitgelaten. In de loop van de tijd zal het door de ontwikkeling van de vegetatie lastig worden om het nest nog te kunnen zien. “Dat is zo, maar ik heb een hoog schip en volgens mij ligt mijn zonneterras op een dusdanige hoogte dat ik precies over de struiken heen kijk.” Oudshoorn maakte half april een serie foto’s van het nest waarop drie witte donsjongen waren te zien. “Er was wel verschil in grootte, maar dat komt bij roofvogels vaker voor. De kleinste van het spul liet echter het kaas niet van zijn brood vreten en iedere keer als er prooi werd aangevoerd was hij er als de kippen bij.” Klaas en Bineke Kimstra uit Bilthoven verblijven ook regelmatig in de omgeving van
het Gat van de Slek. Vanaf hun zeeschouw Beagle turen zij eveneens menig uurtje met de telescoop naar het forse zeearendnest. “Wij liggen er een paar dagen en eerlijk gezegd hebben we twee donsjongen gezien, een derde hebben we tot op heden niet kunnen ontdekken. Het is bij roofvogels trouwens niet ongewoon dat de kleinste van zo’n legsel het onderspit delft en door de andere wordt opgegeten, maar het is wellicht nog te vroeg om daarover al te gaan speculeren. De tijd zal het leren.” De Kimstra’s houden alle waarnemingen nauwkeurig bij en genieten van het dagritme bij de zeearenden.
Siësta
“Meestal komen de zeearenden uit noordelijke richting aanvliegen en staan dan inééns op het nest, waardoor wij de aangevoerde prooien eigenlijk niet goed kunnen zien. Laatst kwam er echter een zeearend aan met een snoek in de klauwen, die er als een halve boog bij hing. Het was een knoert van een vis, misschien wel bijna een meter lang. Als de prooi wordt verdeeld, is er veel bedrijvigheid in het nest. De jongen pikken trouwens ook zelf naar prooi. Als het eten achter de rug is, dan is het tijd voor een siësta.” Van grote afstand kijken we naar het forse nest. Het heeft de vorm van een kom. “Soms zien we de jongen met de bekken open zitten. Er waait natuurlijk wel wind overheen, maar in dat nest wordt het bij aanhoudende zon toch behoorlijk warm. Vogels kunnen dan maar op een manier afkoelen en dat is door de snavel te openen.” Wat doen de recreanten die voorbij varen? “In de tijd dat wij hier voor anker liggen, hebben we zo’n tien of twaalf boten voorbij zien komen. De meeste minderen duidelijk vaart en op iedere boot is minstens een verrekijker paraat. Het nest wordt uitgebreid bekeken. Iedereen is er inmiddels wel van op de hoogte.”
geef een reactie