www.boswachtersblog.nl/ Biesbosch

En inééns was het winter…

31 december 2014 Staatsbosbeheer in Biesbosch
cormorant
Silhouetten van aalscholvers steken af tegen de roze avondgloed. (foto: Jacques van der Neut)

Op de valreep van 2014 hebben we dan toch nog een beetje winter. Voor dit jaar trouwens de eerste sneeuwval van betekenis. Maar de grote, witte deken smolt ook weer als sneeuw voor de zon.

Rode gloed
Hier en daar lagen op bevroren waterpartijen fragiele kunstwerkjes van ijs. Op de Deeneplaatweg was het glibberen en glijden. De sneeuw, van een paar dagen eerder, was aan het wegdek vast gevroren. Die weg heen en weer rijden was al een hele onderneming. Al die sneeuw en lage temperaturen vormden uitgelezen omstandigheden voor de kleine zwaan. Tegen het vallen van de avond concentreerden zich op locaties zoals Maltha, Lijnoorden en de Spieringpolders diverse overnachtende groepjes. Even stilstaan op de Bandijk met de ramen open, om dat prachtige, melancholieke getoeter te horen. Om kippenvel van te krijgen… Vlakbij de veerstoep verzamelde zich een groep overnachtende aalscholvers. De silhouetten van deze vogels waren goed in de rode gloed van de ondergaande zon te onderscheiden. In historische publicaties over de Biesbosch worden ‘schollevaers’ typische Biesboschbewoners genoemd. De aanwezigheid van deze vogels was een doorn in het oog van kooikers en griendbazen. Beroepsvissers zagen de aalscholvers ook liever gaan dan komen. Iedere, door een aalscholver opgesmikkelde paling was er tenslotte één te veel. De zwarte boosdoeners werden bestreden. Met lange vaarbomen stootte men zoveel mogelijk nesten de bomen uit. Door al deze verdelgingscampagnes verdwenen in 1957 de laatste broedvogels. Het duurde ruim twintig jaar voordat we de aalscholver weer als broedvogel in de Biesbosch konden noteren.

Pronken met andermans veren
Natuurlijk stonden hier en daar ook de nodige grote zilverreigers. In het voorjaar zijn zowel de grote- als de kleine zilverreiger voorzien van prachtige, lange, zijdeachtige broedveren, de zogenaamde aigrettes. Die sierlijke veren hebben deze elegante vogelsoorten trouwens bijna de kop gekost. In de 19e eeuw was het dragen van veren, bijeengehouden door een juweel dat aigrette werd genoemd bijzonder populair. Ook zo’n verenbos werd als aigrette aangeduid. Zo was het tot 1939 verplicht, voor de dames aan het Britse hof, om zich bij de avondtoiletten op te dossen met witte verenbossen. In de jaren ’20 van de vorige eeuw was de aigrette erg populair als hoofdtooi, al dan niet in combinatie met een tulband.

winter2
Een winterse Hoge Hof. (foto: Jacques van der Neut)


reageren

geef een reactie

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog