De populieren op de Deeneplaat in de Brabantse Biesbosch zijn onlangs geveld, waarbij het vrijkomende takkenhout is verwerkt tot houtsnippers. De enorme hoop snippers ligt tijdelijk opgeslagen op het parkeerterrein aan de Deeneplaatweg. 

Ontsluiting
Bij iedere bespreking in het verleden vormden de aan- en afvoer van het materieel en het gezaagde populierenhout een heikel punt, want dat bracht hoge kosten met zich mee. “We hoorden ook dat argument van die kosten” bevestigt Piet de Beijer van cultuurtechnisch loonbedrijf De Beijer Bladel. “Naar aanleiding van die discussie hebben we daar uiteraard met de boot een kijkje genomen. Toen we dat kleine haventje zagen en die bootjes van de recreanten hebben we ontsluiting via het water maar laten varen, het was er bovendien erg ondiep.” Vervolgens bestudeerden zij de kaart en kwamen via de noordkant tot een heel andere oplossing. “Bij de Deeneplaat, aan het eind van de Deeneplaatweg, ligt een kreek, het Franse Gat. Wij opperden toen om die kreek tijdelijk te dempen met boomstammen en daar vervolgens rijplaten op te leggen, zodoende hadden we de beschikking over een vaste wal verbinding en waren we van niemand afhankelijk. Op het werk hebben we een kraan ingezet en twee mensen met een motorkettingzaag.”

Gemerkt
Voordat de werkzaamheden op de Deeneplaat begonnen zijn holle bomen, die een belangrijke rol vervullen voor bijvoorbeeld vleermuizen, gemerkt. Zij werden tijdens het zagen ongemoeid gelaten. “De gevelde populieren op de Deeneplaat zijn ruim zestig jaar oud en het was wel tijd dat er iets gebeurde, want de voet van een groot aantal bomen bleek volledig te zijn ingerot” besluit De Beijer. Staatsbosbeheer draagt zorg voor herplant, waarbij in ieder geval ook zwarte populieren de grond in zullen gaan. Bedenkingen tegen het zaagwerk zijn er ook. “Ik vaar al ruim 65 jaar in De Biesbosch en heb daarbij meer dan duizend maal door de lanen van de Deeneplaat gewandeld” stelt Jaap Spaanderman uit Klein-Zundert. “Van een onveilige situatie heb ik, wat de populieren betreft, nooit iets ervaren.”