foto Jannes Boers

De maanden april, mei en juni is voor vele vogelsoorten de tijd om hun broedgebieden weer op te zoeken in het hoge Noorden. Bij die zoektocht wil het soms gebeuren dat vogels verdwalen en wij op Ameland bijzondere vogels waarnemen.

De wind bepaalt de richting

De vogels vliegen vaste routes, maar door de wind worden de bijzondere vogels de verkeerde kant op geblazen en wijken ze af van de vaste route. Zo kunnen er onverwachte soorten opduiken op bepaalde locaties. Elk jaar weer hoor je leuke terugmeldingen van soorten in Nederland, die hier eigenlijk niet thuis horen. Ook op Ameland horen en zien we bijzondere vogels. De meest opvallende van de afgelopen maand was de Grauwe fitis.

Grauwe fitis

Op 7 juni werd er door Tom van Spanje een Grauwe fitis ontdekt. Een zangvogeltje dat sterkt lijkt op de noordse boszanger voor wat betreft zijn verenkleed, maar qua vorm meer op de tjiftjaf. De bovenkant is voornamelijk olijfgroen gekleurd. Het vogeltje broedt in West- en Zuid-Siberië en overwintert in Zuid-Azië. Dit beestje is dus behoorlijk verdwaald. Maar hij liet zich niet van de wijs brengen en liet zich dan ook goed horen de afgelopen weken. Het is echter niet waarschijnlijk dat hij hier een vrouwtje gaat vinden. Het laatste bekende broedgeval in Nederland was op Schiermonnikoog in 2003. De verwachting is dat deze ‘badgast’ uiteindelijk weer op de vleugels gaat naar betere oorden.

Roodhalsfuut

Elk jaar trekken weer bijzondere soorten langs zoals de Draaihals, Roodmus, Roodhalsgans, Bladkoning en nog veel meer. Een vogelaar kan zijn hard hier echt ophalen. We worden nog blijer als er bijzondere soorten zijn die wel tot broeden komen. Dit jaar zijn er twee broedparen van de Roodhalsfuut waargenomen. Een soort die nog niet in grote getale broedt in Nederland, des te mooier als het broeden ook nog op Ameland gebeurd. De Roodhalsfuut is wat kleiner dan de fuut en in de zomer te herkennen aan zijn roodbruine hals en zijn witte wangen.