In verschillende Staatsbosbeheerterreinen is voorjaarsflora te vinden. Veelal op plekken die een langere geschiedenis hebben of deel uitmaakten van een landgoed. Op enkele plekken in de uiterwaarden komt echter ook een voorjaarsflora voor die op maar weinig plekken terug zijn te vinden. Een voorbeeld hiervan is de geelster.

 

De bosgeelster, bloeiend bij de slotheuvel van Bronckhorst

De bosgeelster is een soort van vochtige voedselrijke gronden in (oudere) loofbossen en graslanden. Het is een bolgewas dat in Nederland in het wild voorkomt in onder andere Bronckhorst. Daar bloeit het in maand maart/april. Door goed beheer van het bosje bij de slotheuvel van Bronckhorst zien we de bosgeelster uitbreiden.

Naast de bosgeelster hebben we in de Ravenswaarden de weidegeelster ontdekt. De weidegeelster verschilt qua uiterlijk eigenlijk niet zo veel van de bosgeelster.  De planten bloeien ongeveer op hetzelfde tijdstip. Een belangrijk kenmerk is het bolletje. Bij de bosgeelster is er maar één enkel bolletje aanwezig, terwijl bij de weidegeelster enkele broedbolletjes te vinden zijn. Weidegeelsterren zijn te vinden in graslanden en akkers in rivieruiterwaarden op kalkhoudende zandige of kleiige gond. In Nederland komen ze voornamelijk langs de IJssel nog voor.

Wil je zelf een kijkje nemen dan is Bronckhorst de beste plek. Ga wel met mooi weer kijken, dan heb je de meeste kans op bloeiende planten. Ook vind je hier bloeiende bosanemonen.