www.boswachtersblog.nl/ Aan Zee

Maatwerk in graslandbeheer

14 juni 2023 Boswachter Ilse Maas in Aan Zee

Vochtig hooiland met orchideeën. Foto Liesbeth van Oirschot-Beerens - Staatsbosbeheer

Het is tegenwoordig een hot-topic: graslandbeheer! Ecologische bermen, sinusmaaien, 'Maai-Mei Niet'. Je hoort dit soort termen nu op veel plekken en gelukkig niet alleen meer bij natuurbeheerders. Het brengt ook wel eens wat verwarring met zich mee want waarom wordt die prachtige dijk of dat grasland van Staatsbosbeheer nu ineens wel gemaaid in mei? Daar hebben we een aantal goede redenen voor en om die misverstanden op te helderen volgt hier voor geïnteresseerden een mini-cursus graslandbeheer.

Bij het beheer van een natuurlijk grasland streven we naar een veelheid van kruidensoorten in allerlei kleuren, blauw-groen-geel-rood, die als in een mozaïek patroon over het natuurgebied verspreid zijn. Dit in tegenstelling tot agrarisch graslanden die vaak gericht zijn op productie van voornamelijk monotoon groen gras.

Die natuurlijke graslanden worden beoordeeld op hun kwaliteit en aan de hand daarvan ingedeeld in diverse natuurtypen. In Zeeland kennen we vele soorten, bijvoorbeeld hooilanden, bloemdijken, kruiden- en faunarijk grasland en zilt- en overstromingsgrasland.

soortenrijkdom 

Vochtige hooilanden zijn de graslanden met de hoogste soortenrijkdom. Om tot dit type -met een hoge ecologische score- te mogen behoren, moeten ten minstens vijf bijzondere planten- of vogelsoorten in het gebied voorkomen. Je hebt het dan over soorten als addertong, gevlekte orchis of rode ogentroost en vogels als de gele kwikstaart en de grutto. Naast kwalificerende soorten kijken we ook naar de structuur van de gebieden, staan er bomen of bosjes, hoe zit het met het struweel en zijn er veel bramen? Het beheer dat we uitvoeren in dit soort gebieden is erop gericht om de kwaliteit in stand te houden. Zo gaan we verruiging en verbossing tegen door jaarlijks te maaien en af te voeren.

foto Twan Teunissen – Staatsbosbeheer

De bloemdijken en de zilt-en overstromingsgraslanden zijn weer bijzondere types die vooral in Zeeland voorkomen. Vooral de zilte graslanden zijn erg typerend voor zeeland. Hier zien we soorten als aardbeiklaver, melkkruid, zilte rus en zilte schijnspurrie en vogels als graspieper, kleine plevier en kluut. Ook hier geldt een goede score wanneer meer van deze soorten in een gebied voorkomen. De structuur van een zilt en overstromingsgrasland mag ook wat meer open zijn, zo is er ruimte voor pionierssoorten die van nature voorkomen in een dynamisch delta gebied.

instandhouding of verbeteren 

Als de kwaliteit van een grasland goed is, dan spreken we over ‘instandhoudingsbeheer’. Dit houdt in dat we bijvoorbeeld jaarlijks maaien met afvoer en daarna eventueel extensieve beweiding toepassen. Wanneer de kwaliteit van een grasland onvoldoende is, dan spreken we over ‘herstelbeheer’, dit betekent meestal dat we tenminste 2 tot 3 keer per jaar moeten maaien met afvoer.

Want hoe komt het dat die gebieden niet in optimale conditie zijn? En wat kunnen we daar dan aan doen? De meesten soorten gras, zoals Engels raaigras, zijn erg dominant. Dit betekent dat ze letterlijk andere soorten onderdrukken. Ze krijgen hiertoe de kans omdat er veel voedingsstoffen in de bodem zitten. In de natuur zijn de meeste soorten gebaat bij schraalland, dat wil zeggen een ecosysteem dat weinig minerale voedingstoffen bevat. Bij deze condities zijn er namelijk veel soorten die hun eigen niche hebben en daarmee kunnen concurreren met andere soorten terwijl er geen soort is die de overhand neemt.

Waar die voedingstoffen vandaan komen? Planten groeien voornamelijk op drie elementen, namelijk:  stikstof, fosfor en kalium. Die laatste twee zijn in het algemeen voldoende aanwezig in de bodem. Stikstof zou dan de limiterende factor moeten zijn die groei kan beperken. Stikstof is echter tegenwoordig overmatig veel aanwezig in onze leefomgeving. Bepaalde soorten, zoals bijvoorbeeld gras, brandnetel en braam groeien hier heel hard door waardoor andere soorten in de verdrukking komen en dat is niet gewenst.

Het enige wat we kunnen doen om dergelijke verruigde graslanden te verbeteren is de excessieve groei zoveel mogelijk afmaaien. Daarmee voeren we voedingsstoffen af en voorkomen we uitzaai door voor de bloei te maaien. Bij het beheer van de verschillende natuurgraslanden kijken we dus altijd eerst naar de huidige kwaliteit. Is die niet voldoende? Dan streven we naar een beter kwaliteit en dat kunnen we alleen bereiken door bijvoorbeeld twee of drie keer per jaar te maaien. Dit doen we in de periode  mei – oktober, wanneer de meeste energie van de dominante grassen zich boven de grond bevindt.

maatwerk 

En natuurlijk houden we dan rekening met de insecten door stroken te laten staan en ieder perceel dat wordt gemaaid tijdens het broedseizoen, wordt nauwkeurig langs gelopen door onze experts om iedere broedende vogel en andere bijzondere elementen te markeren zodat ze gespaard worden. Ook passen we de maaiwijze aan zoals, lagere snelheid, wildredder op de machine en van binnen naar buiten maaien. En hoe zit het dan met ‘Maai-Mei Niet’? Dat is een heel goed initiatief, maar vooral bedoeld voor tuinen en stadsparken.

 

Gefaseerd gemaaid grasland. Foto: Paul Oostveen – Luchtbeeld.nl
reageren

geef een reactie

  • George Koenders
    15 juni 2023 om 20:04

    Beste Ilse, heel duidelijk verhaal, ben weer wat wijzer geworden op gebied van maaibeheer.

    met groet, George Koenders

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog