Eerste Zeeuwse boer tekent voor natuurinclusieve landbouw met Staatsbosbeheer
Staatsbosbeheer gaat een vergaande samenwerking aan met Jeroen en Cora Meijering-van Dam van vleesveehouderij Hof de Eendragt in Zaamslag bij Terneuzen. Het helpt hen meer biodiversiteit te combineren met een rendabele bedrijfsvoering. Zo gaat Meijering zo’n 38 hectare extra weidegrond pachten en komt er meer zekerheid door de looptijd van het pachtcontract aanzienlijk te verhogen van één naar twaalf jaar. De overeenkomst maakt deel uit van een groot project van 40 experimenten die Staatsbosbeheer samen met het ministerie en boeren aangaat om natuurinclusieve landbouw te stimuleren. De WUR (Wageningen University & Research) monitort de projecten. De Eendragt is de eerste Zeeuwse boerderij die meedoet.
Kleinschalige boerderij
Hof de Eendragt is een kleinschalige boerderij met scharrelvarkens en natuurrunderen. Het is een zeer extensief vleesveebedrijf met voornamelijk Hereford koeien en varkens. Hereford is een sober ras, dat goed uit de voeten kan met natuurgras en -hooi. De zeugen (kruising tussen reguliere industriële varkens met meer authentieke rassen) krijgen hun biggetjes in een ruim strohok en zijn voor de rest veel buiten. Het vlees wordt aan huis en online verkocht via een eigen webshop. De koeien staan in een potstal en de strorijke mest wordt gebruikt om de bodem te verbeteren.
Margarethapolder
Hof de Eendragt ligt tegen de Margarethapolder, een relatief nieuw natuurgebied in Zeeuws-Vlaanderen achter de Zeedijk. Hier komen veel watervogels voor. De Margarethapolder is een zeer gevarieerd gebied, deels klei en deels zand. Daardoor zijn er verschillende beheertypes, waar het bedrijf goed op ingesteld is. Er zijn plannen om een meidoornhaag aan te leggen voor het keren van het vee. Meidoornhagen sieren het landschap én dienen als voedselbron voor vogels en wilde bijen. Ook wil het bedrijf experimenteren met bokashi (gefermenteerde plantenresten) ter verbetering van het bodemleven. Staatsbosbeheer gaat hiervoor een nulmeting doen en monitort de voortgang door regelmatig bodemmonsters te laten onderzoeken.
Provincie Zeeland
Natuurinclusieve landbouw is ook speerpunt van het provinciebestuur. Gedeputeerde Anita Pijpelink: “Een gevarieerde natuur is belangrijk voor natuur én landbouw. Boeren kunnen met verschillende maatregelen een belangrijke bijdrage leveren aan de biodiversiteit in het landelijk gebied. Ik merk dat in Zeeland veel agrariërs daarvoor open staan; zij realiseren zich dat je alleen een gezond bedrijf kunt runnen wanneer je zuinig bent op je grond en de omgeving waarin je actief bent. De familie Meijering houdt bij hun onderneming rekening met planten en dieren op hun erf. Tegelijk helpt het bedrijf mee aan het beheer van het aangrenzende natuurgebied door hun vee er te laten grazen. Wat mij betreft een voorbeeld dat navolging verdient!”
Experimenten
In samenwerking met het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) startte Staatsbosbeheer in 2018 een meerjarig project met als doel 40 experimenten te realiseren om boeren te helpen over te schakelen naar natuurinclusieve landbouw. Kern daarbij is dat Staatsbosbeheer zijn grondpositie inzet. In totaal heeft Staatsbosbeheer 50.000 hectare natuurland met een grasachtige vegetatie in eigendom. Het mes snijdt aan twee kanten: Als een boer overstapt op natuurinclusieve landbouw heeft hij – om rendabel te kunnen opereren – méér grond nodig. Die extra natuurgrond kan hij op verschillende manieren pachten van Staatsbosbeheer. In ruil daarvoor wordt met de boer afspraken maakt over activiteiten op de eigen grond met het oog op natuurinclusieve agrarische bedrijfsvoering. Op deze manier kan de ondernemende biodiversiteit op al zijn landbouwgrond vergroten. Met als resultaat dat de biodiversiteit op boerengrond in de buurt van natuurgebieden van Staatsbosbeheer kan toenemen.
Er zijn inmiddels overeenkomsten getekend met boeren in Reeuwijk, Delfgauw, Leidschendam en Brandwijk (Zuid-Holland), Woerdense Verlaat en Tienhoven (Utrecht), Arrien en Welsum (Overijssel), Leutingewolde (Drenthe), Oene (Gelderland) en Teteringen en Vortum-Mullem (Noord-Brabant).
geef een reactie
Dick Brand
Met interesse las ik dit bericht over natuurinclusieve landbouw. Na het artikel in De Levende Natuur (sep.2019) “Van soortenbescherming naar natuurinclusieve landbouw in grootschalig Zeeuws akkerland” (EU Partridgeproject) verdiep ik me in een andere provincie in het beschermen van akkervogels door inrichting en beheer in landbouwgebied. Mijn vraag n.a.v. dit artikel is wat de verdienste van deze samenwerking in Zaamslag beoogt te zijn voor akkervogels. En mocht dat het geval zijn hoe dat dan wordt vastgesteld? Het gaat dus om meer dan het aanleggen van een meidoornhaag.
Staatsbosbeheer
Het natuurgebied in de Margarethapolder bestaat vooral uit kruiden-en fauna rijke graslanden met hier en daar een bosje en oude kreekrestanten. Het beheer is dan ook vooral gericht op het vergroten van de biodiversiteit en landschappelijke waarden. Boerenlandvogels spelen hier naast de rijkdom aan planten en insecten een grote rol is. Het aanleggen van een meidoornhaag is vooral bedoeld om het landschappelijke karakter te versterken met een verkerende functie, zoals dat vroeger ook was. Daarbij hebben meidoornhagen een belangrijke functie in schuil en migratie van kleine zoogdieren, zijn de bloemen een belangrijke bron van nectar voor insecten en bieden de bessen voedsel in de herfst en winterperiode. Door de samenwerking met een lokale agrariër kunnen wij de bewoners in de streek betrekken bij het duurzaam onderhouden van dit mooie cultuurlandschap.