Een lekker ding (als je ervan houdt)
Het is gewoon een “lekker ding”, zo’n veenmol, zeg nou zelf. Heeft de charme, elegantie en uitstraling van een tank. Met allerlei zwierige en bekoorlijke accessoires, zoals antennes op de kop, stekelige achterpoten, een vervaarlijke bepantsering en soldateske beplating en natuurlijk de imposante graafpoten. Want de veenmol heeft die naam niet voor niets. Het is een echte grondwerker, die vrijwel zijn hele leven in zelf gegraven gangen in de aarde leeft. Daar ook bouwt hij - of beter: zij - haar nest, waarin honderden eitjes gelegd worden.
Een attente krekel
Voor een krekel – want de veenmol is per slot een soort krekel – is mevrouw een attente moeder. Het nest wordt 24/7 bewaakt en alle eitjes worden regelmatig gelikt om schimmelvorming tegen te gaan. Als de eitjes uitkomen worden de nimfen – de jonkies – gepamperd, gekoesterd en vertroeteld. Zo schraapt moeders de wanden van de gangen af om ervoor te zorgen, dat er worteltjes en humus vrij komen. Spekkies naar de bekkies van het kleine spul. Het duurt wel even voordat veenmollen volwassen zijn, daar gaan makkelijk een dag of 500 overheen. Overigens prefereren volwassen veenmollen dierlijk voedsel in de vorm van insectenlarven en regenwormen. De mannetjes zijn super romantisch: Na zonsondergang zingen zij urenlang vanuit hun holletjes hun baltslied, dat wel wat weg heeft van de zang van nachtzwaluwen en rugstreeppadden. Als dat de vrouwenharten niet veroverd…
Het verschil
Mannetjes en vrouwtjes zijn overigens makkelijk van elkaar te onderscheiden: Het mannetje heeft immers een tympanum in de vorm van een driehoekig aderstelsel. En kom je er dan nog niet uit, kijk dan naar de subgenitaalplaat, die bij het mannetje door de negende sterniet gevormd wordt. Appeltje, eitje, dus…
Foto’s Petra van der Meer
geef een reactie
Petra
Prachtig verwoord Karel!!