www.boswachtersblog.nl/ Texel

Dood hout: een bijzondere leefomgeving, ook op Texel

21 maart 2014 Boswachter Erik van der Spek in Texel

SONY DSC
Wanneer een boom leeft, heeft hij chemische afweerstoffen en fysische eigenschappen die hem tegen insecten en schimmels beschermen. Is de boom net dood dan werkt die verdediging nog steeds. Daarom zijn in bomen die net dood zijn vooral insecten te vinden die in de boomsoort of familie van bomen gespecialiseerd zijn. Die soorten hebben zich aangepast aan die afweer. Schimmels en bacteriën breken die afweer af, waardoor ook andere insecten in het hout kunnen leven. Schimmels zijn de belangrijkste afbrekers van hout. Maar insecten helpen schimmels weer door hun sporen te verslepen. Hoe verder de boom verteerd, hoe minder verschil er is tussen de insecten die er in te vinden zijn.
SONY DSC

Opeenvolging van soorten
Bastkevers zijn de eersten die aan een boom beginnen: hun larven leven van de eiwitrijke bast van de boom. Ze zijn vaak specifiek en kunnen zich goed verspreiden om verzwakte bomen te vinden. Ook sommige boktorren, prachtkevers en houtwespen kunnen al in dit stadium in bomen leven. Houtwespen leggen hun eieren door het hout heen in keverlarven die in de boom leven. Dankzij keverlarven, die gangen tot diep in het hout maken, kunnen schimmels en bacteriën bij het kernhout komen. De schimmels zijn weer voedsel voor larven van ambrosiakevers en schimmelmugjes. Deze houtbewonende insecten zijn weer voedsel voor sluipwespen en roofkevers, zoals de bruine tandkever en bloedrode kniptor. Is het hout vermolmd dan krijgen soorten bladsprietkevers en ander kniptorren, slakken, springstaarten en aaltjes hun kans.

Verschil in soorten per boomsoort
Niet alleen het verteringsstadium en de boomsoort bepalen welke dieren er in dode bomen leven. Er zijn ook andere belangrijke factoren. Dode bomen die nog overeind staan, kennen grotere verschillen en overgangen in temperatuur en vochtigheid dan bomen die op de grond liggen. Uiteindelijk vallen ze een keer om en komen ze op de grond te liggen, maar ondertussen hebben allerlei dieren wel in deze bomen kunnen leven. Hoe lang een dode boom blijft staan, verschilt per soort. Berken, beuken, eiken, dennen en sparren blijven in deze volgorde bij gelijke dikte en omstandigheden langer staan. Het aantal soorten per boomsoort verschilt aanzienlijk. Uit eiken zijn 490 soorten (waarvan 84 alleen van eik) bekend uit onze regio, den 209 (55) en es 81 (7).
SONY DSC

Nog weinig dood houtDankzij natuurlijker bosbeheer neemt de hoeveelheid dood hout in de Nederlandse bossen langzaam toe (richting de 10m3 per hectare). In een oerwoud kan dood hout wel 50% van het houtvolume uitmaken. In Nederland is ongeveer 40% van alle bosdieren gebonden aan dood hout. Dat is een van de redenen waarom Staatsbosbeheer na de stormen omgewaaide bomen zoveel mogelijk gewoon heeft laten liggen in de bossen van Texel. Alleen wanneer ze paden versperden of wanneer er een risico was dat ze alsnog over paden zouden vallen, zijn ze omgezaagd. Ook wanneer de omgewaaide bomen verder leven, zorgen ze voor meer natuurwaarde in het bos. Het bos krijgt hierdoor meer structuur. Bovendien komt er plaatselijk licht op de grond, waardoor jonge bomen kunnen kiemen of beter kunnen groeien. Het bos wordt zo een stuk gezonder.

Boswachter Erik van der Spek

Bron: Moraal, Leen, Entomologische berichten 74 (1,2) 2-14:28-41, Dood hout en tonderzwammen als minibiotopen voor insecten.

reageren

geef een reactie

  • Texel island insects research | Dear Kitty. Some blog
    16 april 2014 om 20:50

    […] Texel dead wood wildlife: here. […]

  • Ed van der Ham
    31 maart 2014 om 08:12

    Prachtig verhaal, de omgewaaide bomen zorgen ook voor meer natuurbos. De meeste bossen in Nederland hebben immers een sterk kunstmatig karakter. Het is denk ik hier op Texel ook het geval geweest dat de mens kiest en plant. De boomstammen staan in vakken naar soort en leeftijd gescheiden. Ooit stierven de bomen elk hun eigen dood, de ene jong door diervraat, de andere oud door aftakeling. Een menigte zwammen en beestjes leefden van het kwijnende hout.
    Fijn dat nu de motorzaag zo veel mogelijk uit het bos kan wegblijven en dat de bouwstoffen door de natuur kunnen worden teruggewonnen. Zo krijgen we een stukje bos terug met een natuurlijk systeem. Fijn dat het beleid van SBB die goede kant op gaat.

  • Martin Langeveld
    21 maart 2014 om 17:34

    Martin Langeveld, Vermont USA hier (neef van Maarten Mantje de boswachter) — toen onze familie naar Amerika emigreerde, zei mijn moeder vaak dat de bossen hier maar “slordig” waren, vergeleken met de bossen op Texel die netjes bijgehouden werden. Goed dat nu ook op Texel de “slordigheid” van al dat dode hout word gewaardeerd.

    • Erik van der Spek Staatsbosbeheer Texel
      21 maart 2014 om 18:27

      Bedankt, in die tijd was het bos op Texel ook nog erg jong en weinig gevarieerd. Al in de laatste jaren dat Maarten Mantje leiding gaf aan Staatsbosbeheer is de omslag naar het huidige beheer begonnen. Ruim dunnen van de westelijke bosrand om de bomen vitaler te laten worden en verjonging ruimte te geven.

  • Wim Roeleveld
    21 maart 2014 om 17:10

    Beste Erik,Vanuit Zwolle volgen we je berichten. Erg interessant en leerzaam. Ook dit artikel. We vroegen ons vaak af, waarom er zo’n ” rommel” in het bos lag (omgewaaid/omgehakt hout). Dit maakt het duidelijk!
    Bedankt en tot de volgende ” les”.

    • Erik van der Spek Staatsbosbeheer Texel
      21 maart 2014 om 18:28

      Bedankt, ik zal mijn best doen

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog