Regelmatig krijgen we bij Staatsbosbeheer de vraag hoe mensen in De Dennen nu kunnen zien of met een Oostenrijkse Den Of een Corsikaanse den te maken hebben. De meeste dennen  waar De Dennen naar genoemd zijn horen tot deze soorten. Eigenlijk zijn het geen verschillende soorten maar ondersoorten, ze lijken dus erg op elkaar. Beiden horen tot de soort Pinus nigra; de zwarte den naar de donkere stam.

De Corsikaanse den (Pinus nigra maritima) heeft twijgen die helder bruin zijn; naalden die ‘losser’ staan en in verschillende richtingen groeien, ze zijn minder stijf en helder groen.[slideshow]De Oostenrijkse den (Pinus nigra nigra) heeft twijgen die grijsgeel-bruin zijn; naalden die dicht bijelkaar staan en dezelfde kant opgroeien, ze zijn stijf en diepgroen. De Oostenrijkse dennen groeien nog op drogere grond dan de Corsikaanse den en staan dus vaker op de duinen en langs de westelijke bosrand. De Corsikaanse den groeit goed op plaatsen waar het grondwater het hele jaar bereikbaar is. Ze zijn dus meer op de oude heidevelden van de mientgronden te vinden. Ze worden dan ook hoger en dikker.

Boswachter Erik van der Spek